Naar inhoud

Artikels

Hier vind je een aantal artikels in verband met de cactushobby

De groentjes van 16 augustus 2014

Een kleine week voor de groentjes hielden we nog ons hart vast, als het zaterdag maar niet zo'n rotweer zou zijn. Maar de weergoden waren ons goed gezind, prachtig weer om naar Michel en Lisette Vanhoutte in Zevekote te gaan. De meesten zullen Michel wel kennen, zeker als we erbij vertellen dat Michel de man is van de 'lege bierblikken-collectie'.
groentjes bij Michel VanhoutteDruppelsgewijs kwamen de 35 aanwezigen toe en konden direct kennis maken met de prachtig ingerichte tuin waar allerlei stenen en ander hard materiaal al of niet prominent aanwezig waren. Ja Michel heeft duidelijk ook iets met stenen en leeft er zich totaal in uit. Sedert de vorige groentjes had Michel duidelijk niet stil gezeten, getuige onder andere zijn grote vollegrondstablet met de vele prachtige planten erin. Elkeen kon zich aan wel iets vergapen. Jean Marie was de spreker van dienst en nadat de meesten hun toer gedaan hadden, begon hij aan zijn uiteenzetting over de Bromeliaceae. Hij gaf aan iedereen een blad waarop de indeling van de familie stond met de geslachten en de aantallen van soortnamen die circuleerden, alsook de aantallen van aanvaarde soorten. Bromeliaceae zijn weliswaar geen succulenten, maar sommige ervan worden wel vaak in onze serres aangetroffen en ze duiken ook veel op in reisverslagen als samengroeiend met cactussen en/of succulenten.
groentjes bij Michel VanhoutteDe in 1789 door de Jussieu opgestelde familie der Bromeliaceae is een familie van eenzaadlobbige planten. Meestal zijn ze epifytisch, wat betekent dat ze op andere planten groeien zonder er voedsel aan te onttrekken. Veel onder hen geven mooie bloemen en worden als kamerplant gekweekt. Het gaat dan vooral om cultivars, geen botanische soorten dus. De familie wordt onderverdeeld in drie onderfamilies: de Pitcairnioideae, de Tillandsioideae en de Bromelioideae. Verder worden die drie dan opgesplitst in tientallen geslachten. Hun groeigebied behelst vooral Midden- en Zuid-Amerika, in tropische en subtropische gebieden. Er worden nog steeds veel nieuwe soorten ontdekt. Op vandaag circuleren reeds meer dan 6000 namen, waarvan zowat de helft door de wetenschap aanvaard is. Bromelia's worden al duizenden jaren gebruikt door de mensen. Zo gebruikten de Inca's, de Maya's en de Azteken de vruchten als voedsel en de vezels van de plant voor het maken van netten, stof of touw. De bekendste soort zal wellicht de ananas zijn. Columbus had de eer om in 1493 als eerste Europeaan planten van dit geslacht te zien in Guadeloupe. Tegenwoordig is de ananas een van de populairste tropische fruitsoorten. Pas in 1776 werd de eerste sierplant meegenomen naar Europa, de Guzmania lingulata. Ongeveer halverwege de 19e eeuw begonnen kwekers in België, Nederland en Frankrijk met het kruisen van planten voor de groothandel. Op beurzen en tentoonstellingen wordt  nog steeds gebruik gemaakt van Aechmea's en Vriesea's. In de onderfamilie Bromelioideae telt het geslacht Aechmea de meeste soorten, een kleine 300. Wie herinnert zich niet de Aechmea fasciata, met een stevige kelk van grijze bladeren en een grote bloem met roze schutbladeren.
groentjes bij Michel VanhoutteVroeger zag je in menige woonkamer zo'n plant, waar in de kelk steeds water moest staan, weet je het nog? Na een lange bloei, sterven ze wel af. Het geslacht Bromelia zelf telt zo'n 60 soorten. Ze zijn echter minder geschikt als sierplant. De tweede onderfamilie is deze van de Pitcairnioideae. Deze bevat naast planten die op bomen of rotsen groeien, ook een aantal soorten die in de grond groeien en als dusdanig water en voeding kunnen opnemen via de wortels. In deze onderfamilie tellen we een vijftiental geslachten, het grootste geslacht telt er zo'n 400 soorten, Pitcairnia. Pitcairnia's hebben redelijk slappe bladeren, vormen geen stevige rozet maar kunnen mooi bloeien. Toch worden slechts weinig soorten gekweekt als sierplant. In deze tweede onderfamilie zijn ook bekendere geslachten zoals Puya, Dyckia en Hechtia. Puya's kennen we vooral van de flanken van het Andesgebergte. Net als Agaven zijn ze na de bloei gedoemd om te sterven. Een van de grootste soorten is de Puya raimondii. Tot slot is er nog de derde onderfamilie, de Tillandsioideae. Zoals Jean Marie eerder al vertelde, was de Guzmania lingulata de eerste die als sierplant naar Europa kwam. Het grootste geslacht hier is Tillandsia. Deze planten hebben enkel wortels om zich vast te hechten aan de bomen en de rotsen, ja zelfs electriciteitsdraden. Een zeer bekende plant is de Tillandsia usneoides, ook wel gekend als Spaans mos. Wie herinnert zich de tijd dat Tillandsia's massaal met siliconenlijm op wijnstokken werden vastgezet? Jean Marie vertelde over zijn bezoek in een moderne kwekerij waar de planten in metalen roosters lagen en bijna voortdurend van een fijne nevel werden voorzien.
groentjes bij Michel VanhoutteToen Jean Marie buitenkwam was hij kletsnat. Dus Tillandsia's kweken we bij voorkeur in een vochtige omgeving, we benevelen ze regelmatig, liefst met regenwater  waarin af en toe wat speciale voeding wordt toegevoegd. 's Zomers brengen we ze buiten, maar volle zon dient vermeden. 's Winters brengen we ze terug binnen. Halverwege zijn uitleg liep Jean Marie plots naar de vijver en ik dacht dat hij water ging scheppen, maar het was me ontgaan dat zijn leesbril in het water was terechtgekomen.  Tijdens de pauze werd nog wat gezellig gekeuveld en mocht iedereen passeren aan de tombolatafel. Nadien werden nog drie reuze-euphorbia's verloot, geschonken door onze gastheer Michel. Langzaam aan werd het tijd om Zevekote te verlaten en bedankten we Lisette en Michel voor hun gastvrijheid.
Uw verslaggever Immedee

door
Immedee