Naar inhoud

Artikels

Hier vind je een aantal artikels in verband met de cactushobby

De Groentjes van 21 juni 2014

Prachtig weer die zaterdag om naar het Venetië van het Noorden te gaan. Niet de binnenstad zelf maar in de randgemeente Sint-Jozef wonen Guido en Bernadette. Beter weer kunt ge niet wensen, en misschien was het goeie weer één van de redenen waarom er niet eens 25 aanwezigen waren op deze Groentjes. Op het programma stond een onderwerp dat heel dicht aanleunt bij de essentie van de Groentjes: het enten en het zaaien. Alhoewel dit door de meesten gekend is, is er bij de nieuwe leden of de leden die weinig of niet naar de activiteiten komen, weinig kennis van hoe men enten moet, het zaaien is schijnbaar beter gekend. Het was aangenaam dat net nu enkele aanwezigen uitkeken naar vooral het gedeelte over het enten. Na 15 uur begon voorzitter Marc met het voorstellen van de gastheer Guido. /p>

Wat snel duidelijk was: Guido zal geboren zijn met groene vingers. Door het volgen van de tuinbouwschool in Poperinge kwam hij in contact met cactussen. Via een activiteit in Oostburg kwam Guido voor de eerste keer in contact met Grusonia waar hij een briefje kreeg over een ruilbeurs in Torhout. We zijn dan mei 2006 en daar wordt Guido lid van onze vereniging. In het begin kweekte Guido zijn cactussen in een ... oude auto, dit werd vrij snel veranderd door zijn cactussen te kweken in een hoek van een serre, die verder diende om groenten te kweken. Later, we spreken dan nog steeds over de periode dat Guido thuis was, krijgt Guido via zijn werk de mogelijkheid een afbraakserre van ongeveer 6 X 5,5m te verwerven, die ook nu deels voor cactussen en deels voor groenten gebruikt werd. 's Winters werd alles in huis naar boven gedaan. Na zijn huwelijk met Bernadette mochten de cactussen meekomen, aanvankelijk langs de Blankenbergse steenweg waar ook hier een mix van cactussen en tomaten in een plastic serre van 6 op 3 werden ondergebracht.

Bij de verhuis naar Sint-Jozef werd de serre mee verhuisd en rond 2000 werd de plastic serre vervangen door een glazen serre van 3,75 op 3 meter. Tegenwoordig zijn Guido's cactussen ondergebracht in een prachtige serre, die hij zelf volledig heeft opgebouwd: met een afmeting van 9 meter op 5 kan je al wat onderbrengen. Toegegeven, er staat al heel wat, maar er is voorlopig nog plaats voor tomaten, die er overigens prachtig bijstonden. We begrijpen maar al te best dat Guido opteert voor zo'n zachte winter zoals we de laatste mochten ervaren, want Guido verwarmt elektrisch. Sedert zijn lidmaatschap in Grusonia mag hij zich een frequente zaaier noemen, te merken in zijn serres. Want naast zijn grote kas beschikt hij verder nog over een ruimte die deel uitmaakt van zijn huis waar de planten staan die 's winters een beetje warmer moeten staan en nog heel wat zaailingen. Enten doet Guido alleen als het nodig is. Tot slot nog vermelden dat er een voorkeur bestaat voor planten van de geslachten Echinocereus, Rebutia en Notocactus omwille van het gemakkelijk bloeien.
Dan werd het tijd om de theorie aan te vatten i.v.m. het enten en het zaaien. Wat werd er zoal gezegd over het enten? Waarom gaan we enten? Welke soort entingen hebben we zoal? Over welke onderstammen kunnen we beschikken? Wat hebben we nodig? Hoe gaan we te werk bij het enten?
Er zijn natuurlijk heel wat verschillende redenen om te enten. Bvb. om sneller zeldzame en/of nieuwe cactussen te vermeerderen. Of om cristaten te kweken en te vermeerderen, die worden meestal niet wortelecht gehouden. Eén van de courantste redenen van het enten is ongetwijfeld om planten op te kweken met een zwak of gevoelig wortelgestel, door ze te enten is de cultuur ervan stukken gemakkelijker. Men kan ook enten om vluggere en rijkere bloei te hebben (denk maar aan Sulcorebutia). Ook het houden van chlorophylloze planten kan, door het gemis aan bladgroen, enkel op een onderstam. Als we de soorten entingen bekijken, dan zijn er lage en hoge entingen, spleetentingen, schuine entingen, ... en ook voorlopige entingen. Lage entingen hebben meestal als doel om de onderstam mettertijd te doen verdwijnen in de grond. Hoge entingen zijn op hun beurt dan weer nodig om bvb. hangplanten en cristaten de nodige ruimte te geven. Voor Zygocactus of Aporocactus, om er maar een paar op te noemen, gebruikt men dan weer een spleetenting. Uit praktische overwegingen zijn bepaalde enten gemakkelijker te enten door middel van een schuine enting. De laatste 2 soorten entingen worden veelal uitgevoerd waarbij een cactusdoorn gebruikt wordt om de ent op zijn plaats te houden. Tot slot kan men een voorlopige enting uitvoeren op een Pereskiopsis om die na verloop van tijd over te enten op een andere definitieve onderstam.

Terloops gezegd: wanneer men een ent van de onderstam afsnijdt en men behoudt een stukje waar nog een aantal areolen over zijn, kan men op die manier weer stekken laten maken op het overblijvend stukje. Een vorm van vermeerdering die veel toegepast wordt bij hybriden, bijvoorbeeld bij de astrophytums, echinopsissen, trichocereussen, enz... Als men kijkt welke onderstammen men kan gebruiken, dan is een ganse lijst beschikbaar aan potentieel goeie onderstammen. Bij de meest bekende en gebruikte behoren onder andere: Trichocereus spachianus, schickendantzii, macrogonus, pachanoi, Eriocereus (of Harrisia) jusbertii, Echinopsis-hybriden, Pseudolobivia kermesina, opuntia's, ... Pereskiopsis en Selenicereus gebruikt men voor kleine zaailingen, Ferocactus glaucescens voor o.a. Astrophytum caput-medusae. Laten we eens kijken wat we in essentie nodig kunnen hebben om te enten. Naast een onderstam en een ent moeten we beschikken over een scherp mes, ontsmettingsmiddel en proper doekje om ons mes te kunnen ontsmetten, en om te hechten gebruikt men meestal elastieken. Maar dat kan ook vervangen worden door gewichtjes, oude panty's tot zelfs lange cactusdoornen bij schuine entingen. Bij het enten zelf moeten we enkele regels in acht nemen. Zo is de periode bij uitstek om te enten zo vanaf april tot juni en dit bij voorkeur bij zonnig en wat winderig weer, dit om de snijvlakken die na de enting onbedekt blijven, optimaal te laten drogen. Men kan dit ook omzeilen door gebruik te maken van aluminiumpoeder of een spuitbus waarmee men een 'pleister'  kan spuiten. Belangrijk is ook om vooral de entstam goed op sap te zetten voor het enten. Eerst snijdt men de onderstam op hoogte af en wordt er schuin afgekant, nadien een klein dun schijfje afsnijden en laten liggen, zodat het snijvlak niet uitdroogt terwijl we de ent gaan voorbereiden. Ook hier gaan we de ent eerst afsnijden, nadien de zijkanten een beetje afkanten en een dun schijfje eraf en weer op de ent leggen. Bij het doorsnijden van ent en entstam zien we in het midden van het snijvlak een cirkeltje, daar bevinden zich de vaatbundels, deze zijn belangrijk bij het enten, zoals verder besproken wordt. Eenmaal gedaan kan van entstam en ent het dunne schijfje verwijderd worden, de ent op de entstam plaatsen zodanig dat de vaatbundels mekaar kruisen. De ent wat aanduwen zodat er de lucht van tussen kan, en dan met bijvoorbeeld elastieken gaan we de ent vastzetten op de entstam. Wie gebruik maakt van vierkante potten voor zijn entstammen, zal zien dat dit iets meer gemak heeft bij het aanbrengen van de elastieken. Die elastieken laat men gewoonlijk rond de enting zitten tot ze verstorven zijn. Best de geënte plant op een plaats zetten waar de wind zo snel mogelijk de snijvlakken droogt. Wanneer in een later stadium uit areolen van de onderstam nieuwe stekken komen, worden deze best zo snel mogelijk verwijderd, zodat alle sap naar de ent gaat en niet naar potentiële stekken. Wie van plan is om regelmatig entingen uit te voeren kunnen we alleen maar het advies geven om zich via zaaien een beetje goeie onderstammen te verwerven. Jaar op jaar snijden van steeds dezelfde moederplanten is op den duur niet aan te bevelen, wegens degeneratie, waardoor de onderstammen steeds vatbaarder zijn voor belagers zoals insekten of ander gespuis wat we niet willen. Voor de pauze werd door Marc nog een beetje theorie behandeld i.v.m. het zaaien. Eerst werd opgesomd waarom we zouden zaaien. Dat kan zijn om de verzameling uit te breiden met soorten die men niet of nauwelijks als plant kan vinden. Of men wil planten opkweken om mee te ruilen of te verkopen, men wil onderstammen zaaien, of meedoen aan de zaaiwedstrijd van Grusonia, enz. Wat hebben we zoal nodig om te kunnen zaaien? Uiteraard zaden, een luchtig en doorlatende grond, potjes of bakken om in te zaaien, water, iets om de potjes of bakjes in te zetten om gespannen lucht te verkrijgen. Facultatief, dus niet echt nodig maar soms handig of functioneel: fijne steentjes (grind) om af te dekken, fungicide en zaadontsmetter. Bij het zaaien komt het er op neer om zuiver, hygiënisch te werken. Immers door vochtige en warme omstandigheden te creëren, trek je ook schimmels aan die helaas nefast zijn voor de zaailingen. Het tijdstip van zaaien hangt grotendeels af van de al of niet beschikbaarheid van een verwarmde zaaibak. Wie daarover beschikt kan eigenlijk het jaar rond zaaien, wie dit niet heeft zaait best van eind april tot eind juni. Er bestaan wellicht zoveel zaaimethodes als er liefhebbers zijn, wat betekent dat wat volgt slechts 1 methode is, elk heeft zo op den duur wel zijn eigen methode, zolang enkele basiszaken maar gerespecteerd worden. Wat goed is bij jou, kun je beter behouden. In het kort gaf Marc aan hoe hij reeds jaren zaait. Eerst wordt de grond voorbereid. Dit gebeurt door de grond te zeven door een kolenzeef, de grote brokken gaan er zo uit. Hij kookt regenwater, laat het wat afkoelen en voegt er voor gebruik een fungicide (schimmelwerend product) aan toe. Er wordt bij hem in aparte potjes gezaaid. Potjes worden gevuld met de grond, onderaan komt een laagje van ongeveer 1 cm gebroken argex. De potjes worden in het water met de fungicide geplaatst tot ze bovenaan nat zijn. Dan worden de zaadjes verdeeld over het potje, er wordt licht aangedrukt met een stukje hout, en tenslotte wordt het potje nog afgedekt met fijn aquariumgrind. Het grind verhindert o.a. dat er zich algen gaan vormen. De potjes worden tenslotte in een laagje water gezet en dit alles in een afgesloten ruimte om gespannen lucht te creëren. Potjes in dit stadium niet laten droog komen. Marc begint de gespannen lucht stapsgewijze af te bouwen éénmaal de doorntjes zich beginnen tonen. Het eerste verspenen verschilt van liefhebber tot liefhebber. Sommigen verspenen al wanneer de zaailingen de eerste doorntjes krijgen, anderen pas het jaar na zaaien. Daarmee was het theoretisch gedeelte afgewerkt er werd er gepauzeerd. Door het stralend weer was het zalig in de tuin van Guido en Bernadette. Na de tombola onder de aanwezigen werd het praktische deel aangevat. En daarvoor kon men rekenen op de diensten van Jozef Seynaeve, die het enten heel goed beheerst. Heel vlot en met de nodige uitleg toonde hij hoe men best te werk gaat bij het enten, af en toe verwijzend naar het theoretisch gedeelte. Nadien gaf Marc de gelegenheid aan iedereen die het wou om zelf eens te proberen. Isabelle was maar al te graag bereid om dit eens te proberen, en ze had duidelijk heel goed opgelet als Jozef demonstreerde. Nog een paar volgden haar voorbeeld waarna deze Groentjes werd afgesloten. Met nog een dankwoordje tegenover Guido en Bernadette die er samen met de andere aanwezigen een toffe namiddag van hebben gemaakt. Tot de volgende!

door
Immedee