Lobivia
De naam van dit geslacht is een anagram van Bolivia, het gebied waar ze meest thuishoren. Daarnaast komen nog Lobivia 's voor in Peru en Noord Argentinië.
Bij dit cactusgeslacht is vooral de bloei uitzonderlijk mooi, maar kortstondig. Rond de middag staan de bloemen volop open; tegen de avond aan verwelken de bloemen al want elke bloem blijft maar 1 dag open. Spijtig voor wie de hele dag gaat werken!
Zowat alle bloemkleuren komen voor. Enkele mooie soorten zijn: L. arachnacantha (gele bloemen), L. famatimensis (gele bloemen),L. jajoiana (donkerrode bloemen met een zwarte keel), L. pentlandii (diverse bloemkleuren), L. winteriana (roze bloemen).
Lobivia is onder gebracht in de grote groep van de Echinopsis-achtigen, waarin het geslacht Echinopsis samen met Trichocereus de nachtbloeiers zijn. Deze hebben zeer grote en meestal witte bloemen.
Lobivia's daarentegen zijn dagbloeiers. Er bestaat ook (zoals Trichocereus bij de nachtbloeiers) een in de lengte groeiende groep, die door Baeckeberg afgescheiden werd als Helianthocereus.
De ganse groep is onmiddellijk herkenbaar aan de inplanting van de meeldraden in de bloem. Deze staan in twee ringen, waarvan één in de bloembodem en één halverwege de bloemkelk. De laatste ontspruit op een verdikte vlezige ring, rond de binnenkant van de bloem, de Hymen. De groep rond L. jajojana en L. glauca heeft beneden de hymenring een donkere, bij sommigen tot zelfs een zwarte keel. Deze groep is enigszins alleenstaand, en kruist zeer moeilijk tot bijna niet met de andere Lobivia 's. Toch bestaan er al zeer mooie, doch uiterst zeldzame Echinopsishybriden met een zwarte keel.
Het geslacht Lobivia telt soorten die alleenstaand groeien, maar grotendeels zijn het groepenvormende planten, die eerst bolvormig maar later verlengd groeien. Sommige soorten hebben uitzonderlijk lange stekels.
Ze vragen normale watergifte in de zomer, en houden van licht en vooral van veel verluchting. Lobivia's en Sulcorebutia's zijn zeer geschikt om in de zomer buiten te staan, zolang ze wat afgeschermd worden van teveel regen.
In de winter kan men ze beter poederdroog houden, en vooral koel, als het kan tussen de 6 en 2 graden Celsius. Dit bevordert ten zeerste de bloemknopvorming.
André Houthooft & Robert Fonteyne
Groei:
- lobivia's zijn bergplanten en houden niet zo van hoge temperaturen en extreme droogte. Daarom mogen ze de ganse zomer buiten staan op voorwaarde dat ze afgeschermd worden tegen teveel regen
- Ze verdragen ook makkelijk lage temperaturen zolang ze droog gehouden worden. bescherm ze wel tegen vorst
Licht:
- houden van veel licht en mogen in de volle zon zolang ze veel frisse lucht krijgen
Ziektes:
- net als andere cactussen oppassen met wolluis
Vermeerderen:
- zaaien makkelijk
- geven makkelijk stekken