Naar inhoud

Gymnocalycium

Het geslacht Gymnocalycium is reeds zeer lang een populair geslacht bij veel cactusliefhebbers. De meeste soorten zijn gemakkelijk te kweken uit zaad en bloeien reeds op jonge leeftijd.

De naam van het geslacht (gymnos betekent naakt, onbedekt) is ontleend aan de naakte, met schubben bedekte bloemknoppen en bloembuis.
Een ander kenmerk, bij de ene soort al duidelijker dan bij de andere, zijn de kinvormige uitsteeksels op de ribben tussen de areolen.

Behoudens enkele uitzonderingen, zoals G. Bruchii, zijn het enkelvoudige planten zodat het vermeerderen gebeurt door zaaien.

De meeste worden niet erg groot zodat ze lang in de zelfde pot kunnen gehouden worden. Het is dan wel aan te raden om ze om de drie jaar te verpotten in verse, goed waterdoorlatende cactuspotgrond.

Er zijn een honderdtal soortnamen waaronder een aantal synoniemen of niet geldig beschreven soorten. De meeste Gymnocalyciums komen uit het noorden van Argentinië en het zuiden van Bolivië. Enkele werden gevonden in Brazilië, Paraguay en Uruguay.

tekst en foto's: Jean-Marie Callens

Groei:

  • normale cactusverzorging
  • regelmatig verpotten bevordert de groei

Licht:

  • zoals de meeste cactussen verlangt ook deze groep veel licht
  • alhoewel de heetste en verschroeienste plaatsen niet geschikt zijn

Ziektes:

  • de gewone cactusplagen: wortelluis, wolluis,...

Vermeerderen:

  • gymnocalyciums zaaien makkelijk
  • sommige geven stekken