Crassula

• ovata
• arta
• tecta

Crassula ovata

Dit is zonder twijfel de meest bekende Crassula soort die bij talloze gezinnen een vaste kamerplant is.
Het zoals de andere Crassula's houdt hij van een zandig grond en een zonnige plaats. Inde zomer mag de plant zeker buiten gezet worden tot de eerste vorst optreedt. als je wilt dat hij groot wordt, verplant hem dan alle twee jaar.

Crassula arta

Deze kleinblijvende soort houdt van zandige grond en volle zon.
Zo blijft hij compact en krijgt een grijsblauwe kleur.

Crassula tecta

klein plantje

Het genus Crassula is slechts één geslacht van de grote, wereldomvattende plantenfamilie Crassulaceae: andere (en dikswijls grotere) geslachten zijn Sempervivum, Echeveria, Adromischus, Cotyledon, etc...

Crassula heeft een aantal zeer populaire planten, zowel bij grootmoeder thuis, als bij de liefhebber. De meeste succulente Crassula komen uit Zuid-Afrika en groeien daar in de wintermaanden.
Crassula ovata, de 'geldplant', is sedert jaar en dag aanwezig in woonkamers en kan makkelijk een halve meter of meer worden. Er bestaan heel wat varieteiten van, sommige met een rood randje aan het blad of met kleine blaadjes. De plant is erg populair omdat hij zonder enig probleem in de woonkamer groeit en zeer gemakkelijk stekt. In de zuid-Afrikaanse natuur vormt de plant grote struiken van wel 3 m hoog. Een mooie soort die er enigszins op lijkt is C. arborescens, even groot, maar steeds met een blauw blad dat groter is dan C. ovata.

Heel wat Crassula's blijven klein wat hen erg geschikt maakt voor de serre. Er zijn soorten die in het wild in half schaduw groeien, die zijn meestal groen van blad, terwijl andere de volle woestijnzon verdragen, die hebben dikwijls een wit of viltig blad als bescherming.

Foto's en beschrijvingen: Jan Vandorpe