Naar inhoud

Adromischus

Adromischus is quasi exclusieve Zuid-Afrikaanse succulentegroep.  Samen met Aloe was Adromischus één van de eerste Zuid-Afrikaanse succulenten die Europa bereikten.

Je treft ze bij elke liefhebber aan. Meestal gaat het om oude bekenden zoals A. cooperi of A. ‘uitewaalianus’, soorten die waarschijnlijk al enkele honderden jaren circuleren en daarmee dus het bewijs leveren dat ze tegen een stootje kunnen.

Een Adromischus kweek je voor het blad, meestal gevlekte dikke blaadjes, en niet voor de bloemen die klein zijn. Een voordeel om een verzameling te beginnen is hun kleine gestalte: de meeset soorten ontgroeien een 7X7 potje nooit, de grootste breieken een 20 cm. Op een vierkante meter kan je al snel een 50 tal soorten kweken.

Ze overleven de ergste droogte: na 6 maanden zonder een druppel leven ze nog. ze kunnen erg goed tegen koude: 0 graden en zelf vriestemperaturen hebben weinig effect.

Adromischus kan je vermeerderen uit één blaadje, een eigenschap die sommige ander crassulaceae zoals Crassula ook hebben, maar in mindere mate. Dit lukt niet altijd echter: A. maximus en A. phillipsiae zijn bijna onmogelijk uit blad te vermeerderen.

De bloemen van Adromischus zijn klein, wit en niets bijzonders, maar zoals steeds zijn er uitzonderingen. Zo zijn de bloemen van A. caryophyllaceus en A. phillipsiae veel groter dan normaal en zijn prachtige roze en rood.

Foto's en beschrijvingen: Jan Vandorpe

Groei:

  • zeer doorlatend grondmengsel, 50% zand of steentjes
  • zet de moelijke soorten in een hangpotje
  • geef regelmatig water, na elke watergift moet de pot volledig uitdrogen
  • kleine potten

Licht:

  • bij voorkeur veel licht, maar geen 'braadtemperaturen'
  • lichte schaduw kan ook, maar laat dat niet samengaan met hoge vochtigeheid

Ziektes:

  • zoals andere succulenten: wolluis
  • sommige soorten zijn zeer gevoelig aan vochtige, koude omstandigheden (A. marianiae). Botridium schimmel kan een plant in twee dagen opeten...
    haal die soorten binnenshuis in de winter

Vermeerderen:

  • via een bladstek: pluk in het voorjaar enkele blaadjes en leg die vlak op een zandig oppervlak in de schaduw. Na enkele maanden zijn ze beworteld en schiet er een nieuwe plantje