Adromischus
Adromischus schuldtianus CR1382
A. schuldtianus is een droogteminnende soort uit Namibië. De blaadjes zijn plat en hebben dikwijls een golvend gekleurd randje.
Hij vormt langzaam een kleine caudex die in de breedte uitgroeit. Planten van leeftijd kunnen zeer mooi zijn. Deze plant heeft niet teveel water nodig, maar is niet erg gevoeilig
Adromischus marianiae var. herrei
Deze soort heeft maar liefst 12 beschreven variëteiten en is daarmee de meest variabele soort Adromischus.
Bovenstaande variëteit is prachtig met zijn dikke, verrompelde blaadjes. Er bestaat een rode en een groene variant van. Hij wordt zelden groter dan een 6-tal cm.
Alle marianiae soorten zijn zeer gevoelig aan vocht: in koude vochtige omstandigheden worden ze snel aangetast door Botridium schimmel (wat je ook op vochtig brood krijgt) die in geen tijd je plantje in pulp veranderd. Specialisten plaatsen zelf klein ventilatortjes (uit een computer bv.) op individuele planten om dat te vermijden. Gemakkelijker is de moeilijke soorten binnenshuis halen.
Adromischus marianiae var. antidorcatum
Nog een marianiae variëteit: ze kan verward worden met A. filicaulis door de langwerpige blaadjes. Iets minder gevoelig dan zijn broertjes en zusjes
Adromischus cristatus
A. cristatus is een plant die uit het ZW van Zuid-Afrika komt. Alle variëteiten zijn onmiddellijk herkenbaar aan hun luchtwortels. Daarmee nemen ze vocht uit de lucht (mist) op.
Ze verlangen wat minder sterk licht en wat meer water dan de andere soorten. Erg makkelijk plant
Adromischus trigynus
A. trigynus is een trage groeier, zeer goed bestand tegen droogte, maar gevoelig voor teveel vocht. Ze vormen een duidelijke caudex. Je kan ze erg goed in een hangpotje kweken.
Adromischus filicaulis
Opnieuw een soort hoofdzakelijk uit Namaqualand die echter een grootte tot 20cm kan bereiken.
Er zijn enkele variêteiten, maar de typisch plant heeft langwerpig, rolronde bladeren die wel 8cm lang kunnen worden. Soms zijn mooi bespikkeld.
Het zijn geen moeilijke planten, je hebt echter wel een beetje geduld nodig voor zevolwassen zijn. Na een tiental jaar worden ze warrig: tijd voor een bladstek.
Adromischus is quasi exclusieve Zuid-Afrikaanse succulentegroep. Samen met Aloe was Adromischus één van de eerste Zuid-Afrikaanse succulenten die Europa bereikten.
Je treft ze bij elke liefhebber aan. Meestal gaat het om oude bekenden zoals A. cooperi of A. ‘uitewaalianus’, soorten die waarschijnlijk al enkele honderden jaren circuleren en daarmee dus het bewijs leveren dat ze tegen een stootje kunnen.
Een Adromischus kweek je voor het blad, meestal gevlekte dikke blaadjes, en niet voor de bloemen die klein zijn. Een voordeel om een verzameling te beginnen is hun kleine gestalte: de meeset soorten ontgroeien een 7X7 potje nooit, de grootste breieken een 20 cm. Op een vierkante meter kan je al snel een 50 tal soorten kweken.
Ze overleven de ergste droogte: na 6 maanden zonder een druppel leven ze nog. ze kunnen erg goed tegen koude: 0 graden en zelf vriestemperaturen hebben weinig effect.
Adromischus kan je vermeerderen uit één blaadje, een eigenschap die sommige ander crassulaceae zoals Crassula ook hebben, maar in mindere mate. Dit lukt niet altijd echter: A. maximus en A. phillipsiae zijn bijna onmogelijk uit blad te vermeerderen.
De bloemen van Adromischus zijn klein, wit en niets bijzonders, maar zoals steeds zijn er uitzonderingen. Zo zijn de bloemen van A. caryophyllaceus en A. phillipsiae veel groter dan normaal en zijn prachtige roze en rood.
Foto's en beschrijvingen: Jan Vandorpe
Groei:
- zeer doorlatend grondmengsel, 50% zand of steentjes
- zet de moelijke soorten in een hangpotje
- geef regelmatig water, na elke watergift moet de pot volledig uitdrogen
- kleine potten
Licht:
- bij voorkeur veel licht, maar geen 'braadtemperaturen'
- lichte schaduw kan ook, maar laat dat niet samengaan met hoge vochtigeheid
Ziektes:
- zoals andere succulenten: wolluis
- sommige soorten zijn zeer gevoelig aan vochtige, koude omstandigheden (A. marianiae). Botridium schimmel kan een plant in twee dagen opeten...
haal die soorten binnenshuis in de winter
Vermeerderen:
- via een bladstek: pluk in het voorjaar enkele blaadjes en leg die vlak op een zandig oppervlak in de schaduw. Na enkele maanden zijn ze beworteld en schiet er een nieuwe plantje