Naar inhoud

Euphorbia

Euphorbia is het type geslacht van de grote plantenfamilie Euphorbiaceae.

De succulente Euphorbia zijn de Afrikaanse tegenhangers van de Amerikaanse cactussen. De soort E. trigona - kaarsrechte driehoekige stammen met kleine groene blaadjes - komt zelf in heel veel Vlaamse huiskamers voor, dikwijls foutief bestempeld als 'de cactus'. Ook het Arabisch schiereiland en Azië kent veel Euphorbiasoorten, maar er zijn ook heel wat niet-succulente Euphorbiasoorten waarvan een aantal in de Amerika's groeien.
Een hele groep stekelloze Euphorbia's die een caudex (verdikte stamvoet) vormen, komt uit Madagascar.

De gelijkenis tussen beide groepen is soms opvallend, maar een eenvoudige test kan u het verschil snel verduidelijken: een speldeprik in de stam of het blad van een Euphorbia produceert een wit melksap dat dikwijls giftig is.

Een gevolg hiervan is dat Euphorbia's zelden door dieren gegeten worden terwijl cactussen en hun vruchten zelf door mensen als 'cactus-candy' verorberd worden. Het melksap van sommige Euphorbiasoorten is zelf zo giftig dat het als pijlgif gebruikt kan worden.

De vele en soms bizarre vormen van deze stamsucculenten maken het een geslacht waaraan zelf de meest fervente cactusfanaat niet kan weerstaan. De Afrika-reiziger zal in het landschap onmiddelijk de metershoge boomvormen van E. ingens en zijn broers en zussen opvallen, maar ook hier zijn voldoende soorten klein genoeg om in onze serres te passen.

Er zijn echte bomen bij, heel veel struikvormige soorten, grote en kleine, maar ook de zogenaamde 'medusa-hoofden' met een dikke platte hoofdstam van waaruit vele zijtakken ontspruiten, net als slangen rondom het hoofd van Medusa. Daarnaast zijn een de soorten die een enkele stam vormen, lang of kort en dik.

Groei:

  • heel wat Euphorbia soorten hebben bladeren die seizoenaal afvallen. Dit is normaal en je mag nieuwe bladeren verwachten op de nieuwe groei.
  • het groeiseizoen van de meeste soorten valt in onze zomer, maar daar zijn uitzonderingen op. Hou je plant inde gaten
  • Succulente euphorbia's mogen in het groeiseizoen regelmatig gegoten worden, met dien verstande dat je steeds wacht met de volgende beurt tot de grond volledig opgedroogd wordt. Grosso modo mogen groene soorten met bladeren wat meer water krijgen dan soorten zonder bladeren
  • In het rustseizoen (winter) moeten bladerloze soorten strikt droog gehouden worden. Soorten met bladeren mogen een beetje water krijgen maar beduidend minder dan in de zomer.

Licht:

  • Euphorbia's houden van veel licht maar kunnen evengoed verbranden als ze plots van schaduw naar volle zon verhuist worden

Ziektes:

  • Alhoewel veel minder dan cactussen, kunnen Euphorbia's ook last hebben van wolluis en wortelluis. Ook rode spint kan mooie planten aantasten.
  • Euphorbia's zijn wel gevoelig aan schimmelinfecties, dikwijls veroorzaakt door te vochtige omstandigheden. Vooral bij het verpotten van de planten moet ervoor gezorgd worden geen water te geven gedurende minstens een week.

Vermeerderen:

  • Euphorbias zijn dikwijls tweehuizig (vb. E. obesa): dit betekent dat een plant ofwel mannelijke bloemen maakt, ofwel vrouwelijke. Het komt echter voor dat een plant na een aantal jaar van geslacht verandert!.
    Dit betekent dat je minstens twee planten nodig hebt om te kunnen bestuiven.
  • De zaden worden je hele serre door gekatapulteerd als je de vruchten niet met een netje omringt.
  • Zaaien gaat doorgaans zonder probleem
  • sommige soorten laten zich ook stekken: spoel het witte melksap van de wond af en droog het oppervlak vooraleer de stek in een luchtig of zandig substraat te laten bewortelen.