Naar inhoud

Crassula

Het genus Crassula is slechts één geslacht van de grote, wereldomvattende plantenfamilie Crassulaceae: andere (en dikswijls grotere) geslachten zijn Sempervivum, Echeveria, Adromischus, Cotyledon, etc...

Crassula heeft een aantal zeer populaire planten, zowel bij grootmoeder thuis, als bij de liefhebber. De meeste succulente Crassula komen uit Zuid-Afrika en groeien daar in de wintermaanden.
Crassula ovata, de 'geldplant', is sedert jaar en dag aanwezig in woonkamers en kan makkelijk een halve meter of meer worden. Er bestaan heel wat varieteiten van, sommige met een rood randje aan het blad of met kleine blaadjes. De plant is erg populair omdat hij zonder enig probleem in de woonkamer groeit en zeer gemakkelijk stekt. In de zuid-Afrikaanse natuur vormt de plant grote struiken van wel 3 m hoog. Een mooie soort die er enigszins op lijkt is C. arborescens, even groot, maar steeds met een blauw blad dat groter is dan C. ovata.

Heel wat Crassula's blijven klein wat hen erg geschikt maakt voor de serre. Er zijn soorten die in het wild in half schaduw groeien, die zijn meestal groen van blad, terwijl andere de volle woestijnzon verdragen, die hebben dikwijls een wit of viltig blad als bescherming.

Foto's en beschrijvingen: Jan Vandorpe

Groei:

  • het zijn wintergroeiers: november tot maart. Indien koud wees voorzichtig met watergeven.
  • Crassula's hebben graag een zandige potgrond die snel opdroogt na watergeven, gebruik eventueel hangpotten

Licht:

  • Ze houden over het algemeen van veel licht en volle zon

Ziektes:

  • niet erg gevoelig aan wolluis, wel aan wortelluis en spint
  • Oppassen met pesticides:
    Crassula's zijn erg gevoelig voor sommige pesticides en kunnen er aan sterven. Test eerst op één plant vooraleer je alle planten besproeit.

Vermeerderen:

  • vermeerder door stekken: laat stek enkele dagen drogen in schaduw en laat bewortelen in grof rijnzand.
  • Zaaien gaat makkelijk, maar er is moeilijk aan zaad te komen.
  • bolletje