Artikels

In mei was onze voordrachtgever Bertus Spee uit Nederland. Hij bracht ons een verslag uit van zijn reis naar Cuba in 2018. Dit smalle eiland is 1200 km lang en strekt zich uit van het noordwesten naar het zuidoosten. Vanuit Amsterdam heb je een rechtstreekse vlucht van ongeveer 7 uur naar de hoofdstad Havana in het noordwesten van het eiland. De reis ging in de richting van het andere uiteinde van Cuba.

De eerste grote stad was Cienfuegos waar een botanische tuin is maar die spijtig genoeg gesloten was. Onderweg viel het op dat alles zeer groen is, dus van woestijnen geen sprake. We zagen veel bomen en palmen onderweg, zoals de mooie Koningspalm (Roystonea regia). De reis ging verder via Trinidad en Sancti Spiritus (de heilige geest is daar misschien wel gepasseerd, maar het zal toch lang geleden zijn). Onderweg had Bertus de eerste cactussen gezien in een kleine cactustuin en langs de weg grote exemplaren van Agave brittoniana. Tijdens de rit verder naar het zuidoosten kon er verschillende keer halte gemaakt worden want we kwamen meer in cactusland. Het landschap was nog steeds erg groen maar het was er zeer warm en vochtig. Boven de struiken staken een aantal Pilosocereus royenii uit en pollen van Opuntia stricta. Soorten die blijkbaar goed gedijen in een warm, subtropisch klimaat.

Waar Bertus en zijn gezellen voor gekomen waren, waren natuurlijk de melocactussen. De eerste die hier in de omgeving van Camaguey werd gefotografeerd was wel 40 cm breed. Er stonden er niet zo veel maar wel een aantal zaailingen. Verder zagen we ook een zeer grote, vertakkende Stenocereus en een Harrisia met grote eetbare vruchten. De reis ging verder naar het uiterste zuidoosten naar de grote kuststad Santiago de Cuba. Dicht tegen de kust groeide Melocactus harlowii met een prachtige lange bedoorning. Ook hier stonden zowel volwassen planten als zaailingen. Verder mooi blauw berijpte Agave underwoodii en een passiflorasoort. En, wat je daar ook niet zou verwachten, een Mammillaria prolifera.

Op de weg naar Holguin, iets veder naar het noorden reden we door een zeer vochtige en groene omgeving. Die kant van het eiland heeft jaarlijks wel een paar keer te lijden van een tropische storm en moet men de houten huizen terug heropbouwen. In die omgeving groeiden onder andere een Melocactus, Plumeria cubensis met mooie, witte bloemen en Escobaria cubensis. Op de terugweg richting Havana ging men nog op zoek naar Melocactus matanzanensis genoemd naar het stadje Matanzas en die werden ook gevonden.

We hebben genoten van de mooie landschappen en de impressies van de steden waar ook verschillende oude, gerestaureerde Amerikaanse wagens rondreden en waarvoor Cuba ook gekend is.