Artikels

Pachypodium is een succulentengeslacht uit de Maagdenpalmfamilie. Het zijn met dorens bezette bomen en struiken, die voorkomen in Madagaskar en Afrika. Het woord Pachypodium is afkomstig van een Latijnse vorm van de Oudgriekse woorden "pachus" en "podion", wat dus dikvoetig betekent.

Synoniemen:

• Belonites bispinosus
• Echites bispinosus
• achypodium glabrum

Habitat:

Pachypodium bispinosum is inheems in Zuid-Afrika, meer bepaald in de oostelijke Kaapprovincie.

Ze wordt er aangetroffen in rotsachtige gebieden op zeer zonnige standplaatsen. Door haar succulente stam verdraagt deze Pachypodium lange droogteperioden. De naam bispinosum betekent "met twee doornen".

Beschrijving:

Pachypodium bispinosum is een bladverliezende succulente plant die behoort tot de botanische familie Apocynaceae en kan tot 2m hoog worden. Ze vormt een houtachtige, dikke, gedeeltelijk ondergrondse caudex die 60 cm diepte en 20 cm in diameter kan bereiken. De stam vertakt zich vanaf de basis. De stengels zijn lang en gewapend met per twee staande puntige doorns. Takken bereiken een lengte van 1 m. Bladeren zijn lancetvormig, donkergroen, spiraalvormig gerangschikt of in bosjes op de takken groeiend. De bloei vindt plaats van juni tot december. Bloemen zijn klokvormig, lichtroze met paarse bloemkeel en gele meeldraden, deze verschijnen aan de bovenkant van de takken.

Kultuur:

Deze "zeldzame plant" is gemakkelijk te kweken en droogtebestendig. Het liefst staat ze in vol zonlicht. Houdt niet van temperaturen onder de 10°C, dus moet ze eventueel binnenshuis worden geplaatst. Het substraat dient te worden gemengd met puimsteen, klei en leem om de drainage te verkrijgen en wortelrot te voorkomen. Ze is er inderdaad gevoelig voor. Vergeet niet om een pot met onderaan een opening te gebruiken om overtollig water af te voeren. Regelmatige watergift tijdens de groeiperiode van mei tot september. Niet vergeten na te kijken of het substraat volledig droog is voor iedere nieuwe watergift. Als je een snelle en weelderige groei wenst, kun je de plant tijdens het groeiseizoen één keer per maand bemesten met de specifieke meststoffen voor cactussen. Stop met bemesten gedurende de winter. Als de pot te klein begint te worden kun je de plant verpotten in een pot van 2 cm breder. Verpotten dient vroeg in het groeiseizoen te gebeuren met verse nieuwe potgrond. Wees voorzichtig met rode spint en insecten.

Vermeerderen:

Door zaaien of door het nemen van stekken. Dit kan je tijdens de lente, laat deze drogen en na een paar dagen kan je de stek oppotten in een mengsel van zand en puimsteen. Hierbij is een temperatuur van 20C°. wenselijk. De zaden kiemen gemakkelijk in een zanderig, leemhoudend substraat onder een hoge luchtvochtigheid.